Bandenspanning

De bandenspanning wordt op het touchscreen weergeven in het kaartengebied of het statusdisplay van de auto of als u tikt op Bediening > Service. De spanning van ieder band wordt weergegeven in de visualisatie van uw Model Y, naast het tijdstip waarop de bandspanning voor het laatst is gemeten. Op het touchscreen wordt tevens de aanbevolen bandenspanning voor koude banden weergegeven, zodat u gemakkelijk kunt zien tot welke spanning u de banden moet vullen met lucht. U kunt bepalen of de bandenspanning in Bar of PSI wordt weergegeven door te tikken op Bediening > Scherm > Bandenspanning.

U kunt de bandenspanning ook raadplegen in de mobiele Tesla-app.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
Mogelijk dient u een korte tijd te rijden voordat de visualisatie de bandenspanningswaarden weergeeft.

Bandenspanning controleren en aanpassen

Volg de onderstaande aanwijzingen als de banden koud zijn en de Model Y minstens 3 uur stil heeft gestaan:

  1. Raadpleeg de sticker met informatie over banden en belading op de middenstijl aan bestuurderszijde voor de aanbevolen bandenspanning.
  2. Verwijder het ventieldopje.
  3. Druk een bandenspanningsmeter stevig op het ventiel om de druk te meten.
  4. Breng de band zo nodig op de juiste spanning door lucht toe te voegen of te verwijderen.
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    U kunt lucht laten ontsnappen door het metalen pennetje in het midden van het ventiel in te drukken.
  5. Controleer opnieuw de bandenspanning met de nauwkeurige bandenspanningsmeter.
  6. Herhaal, indien nodig, stap 3 en 4 totdat de bandenspanning correct is.
  7. Brengt het dopje weer aan op het ventiel om het tegen vuil te beschermen. Controleer het ventiel regelmatig op schade en lekkage.

Bandenspanning

Zorg dat de banden altijd op de juiste spanning zijn, zoals aangegeven op de sticker voor banden en laadvermogen, zelfs als deze spanning afwijkt van de spanning die op de band zelf wordt vermeld. Deze sticker bevindt zich op de middenstijl en is zichtbaar wanneer het portier aan de bestuurderszijde geopend is.

Gebruik bij het trekken van een aanhanger niet de bandenspanning op de sticker met informatie over banden en belading. Raadpleeg in plaats daarvan de bandenspanningswaarden die zijn gepubliceerd in het gedeelte over het trekken van aanhangers in de handleiding.

Oranjekleurig pictogram van een uitroepteken binnen een bandsymbool
Het controlelampje van de bandenspanning op het touchscreen waarschuwt u als de spanning in een of meerdere banden te laag (of te hoog) is.

Het lampje gaat niet direct uit als de band op de juiste spanning is gebracht. Rijd gedurende een korte tijd met een snelheid van meer dan 15 mph (25 km/h) om het TPMS (Tire Pressure Monitoring System) een nieuwe meting te laten doen, waarna de waarschuwing verdwijnt.

Als het controlelampje elke keer bij het inschakelen van de Model Y gedurende één minuut knippert, is er een storing in het TPMS geconstateerd.

Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
Opmerking
De bandenspanning van uw voertuig neemt af bij lage omgevingstemperaturen. Als het lampje van het bandenspanningscontrolesysteem brandt, vul dat de banden met lucht voordat u gaat rijden. De bandspanning neemt af met één PSI bij iedere daling met 10° F (6° C) van de buitentemperatuur. De juiste bandenspanning zorgt voor bescherming van de banden tegen oneffenheden in de weg en verbetert het bereik.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Een te lage bandenspanning is de meest voorkomende oorzaak van bandenproblemen en kan leiden tot oververhitting, waardoor scheuren kunnen optreden, koordlagen kunnen losraken en een klapband kan ontstaan. De bestuurder kan dan de controle over de auto verliezen en er is een grote kans op ernstige ongevallen. Een te lage bandenspanning zorgt ook voor een kleinere actieradius en verkort de levensduur van de banden.
Warning IconA warning icon, calling your attention to a possibly risky situation
Attentie
Controleer de bandenspanning met een bandenspanningsmeter als de banden koud zijn. De banden zijn na ongeveer één mijl (1,6 km) al zo ver opgewarmd dat de meting niet meer betrouwbaar is. Ook felle zon of extreem warm weer kan de bandenspanning beïnvloeden. Wees niet verbaasd over hogere waardes als u de bandenspanning meet wanneer de banden warm zijn. Laat geen lucht uit warme banden ontsnappen om de voorgeschreven waardes die gelden voor koude banden, te bereiken. Een warme band met een spanning gelijk aan of lager dan de voorgeschreven waarde voor koude banden heeft een gevaarlijk lage bandenspanning.