Bluetooth-apparaat koppelen

Door uw Bluetooth-telefoon te koppelen, kunt u deze gebruiken om telefoongesprekken te voeren, toegang te krijgen tot uw contactenlijst, recente oproepen te bekijken, enz. U kunt ook mediabestanden van uw telefoon afspelen. Als een telefoon gekoppeld is, maakt de Model 3 verbinding zodra de telefoon binnen bereik is.

Ga in de Model 3 zitten en volg de onderstaande aanwijzingen om een telefoon te koppelen:

  1. Zorg dat het touchscreen en de telefoon beide ingeschakeld zijn.
  2. Schakel Bluetooth op uw telefoon in en zorg dat uw telefoon 'zichtbaar' is voor andere apparaten.
    Informational PurposesAn informational icon, calling your attention
    Opmerking
    Op sommige telefoons dient u mogelijk naar Bluetooth-instellingen te gaan voor de rest van de procedure.
  3. Tik op het Bluetooth-pictogram boven in het touchscreen.
  4. Tik op het touchscreen op Nieuw apparaat > Beginnen met zoeken. Op het touchscreen verschijnt een lijst met alle Bluetooth-apparaten binnen het bereik.
  5. Tik op het touchscreen op de telefoon die u wilt koppelen. Binnen een paar seconden verschijnt er een willekeurig gegenereerde code op het touchscreen; dezelfde code moet ook op het scherm van uw telefoon staan.
  6. Controleer of de codes overeenkomen. Bevestig vervolgens op de telefoon dat u wilt koppelen.
  7. Als hier op uw telefoon om wordt gevraagd, geeft u aan of u de Model 3 toegang tot uw contactpersonen en mediabestanden wilt toestaan.

Na koppeling maakt de Model 3 automatisch verbinding met de telefoon en op het touchscreen verschijnt het Bluetooth-symbool naast de naam van de telefoon om aan te geven dat er verbinding is.

U kunt op ieder moment het scherm met Bluetooth-instellingen laten weergeven om instellingen voor een gekoppeld apparaat te wijzigen. Zo kunt u bijvoorbeeld een gekoppelde telefoon instellen als Voorrangsapparaat. Dit is handig wanneer u meer dan één telefoon hebt gekoppeld en beide telefoons vaak tegelijk worden gebruikt in de Model 3. Model 3 probeert automatisch eerst met het voorrangsapparaat verbinding te maken.